skip to Main Content

Het vormsel

In de vroege gebruiken van de katholieke kerk heeft men aan de handoplegging (bij de viering van het doopsel) een zalving met geurende olie (chrisma) toegevoegd. Dit deed men om beter de gaven van de heilige Geest aan te duiden. Deze zalving verduidelijkt ook de naam ‘christen’, wat ‘gezalfde’ betekent. De zalving bestaat nog steeds in het sacrament van het vormsel.
Iedere gedoopte die nog niet is gevormd, kan het sacrament van het vormsel ontvangen. Het vormsel wordt veelal toegediend aan jonge mensen die als kind zijn gedoopt. Ze kunnen nu zelf verantwoordelijkheid dragen en zelf ‘ja’ zeggen tegen het geloof waarvoor hun ouders bij de doop hebben gekozen. In het vormsel bevestigt de Heilige Geest het ‘ja-woord’ van de vormeling, Hij geeft hem/haar kracht om te blijven geloven in de liefdevolle boodschap van Jezus en om de Blijde Boodschap (Evangelie) door te geven.

Back To Top