Apostel Matthias
Trier, Duitsland; martelaar; † ca 65?
Over Matthias horen we voor het eerst in de Handelingen van de Apostelen.
Jezus is teruggekeerd naar de Vader in de hemel. Nu staan de leerlingen voor de opgave zijn opdracht over te nemen. Eén van hen, Judas, heeft Jezus verraden en vervolgens zelfmoord gepleegd. Het eerste wat ze doen is een opvolger voor hem aanwijzen. De kandidaten moeten aan zeer bepaalde voorwaarden voldoen. Petrus, die de leiding neemt, formuleert het als volgt: ‘”Dus moet één van de mannen die tot ons gezelschap behoorden gedurende de tijd dat de Heer onder ons verkeerde, te beginnen bij het doopsel van Johannes tot de dag waarop Hij van ons werd weggenomen, met ons een getuige worden van zijn verrijzenis.” Men stelde er twee voor: Josef, ook Barsabbas geheten, bijgenaamd Justus (= de rechtvaardige), en Matthias. Toen baden zij als volgt: “Gij Heer, die aller harten kent, wijs degene aan die Gij van deze twee hebt uitverkoren om de plaats te bezetten in dit dienstwerk en apostelambt, waaraan Judas ontrouw werd om heen te gaan naar zijn eigen plaats.” Toen liet men hen loten en het lot viel op Matthias. Hij werd toegevoegd aan de groep van de elf apostelen.’
Matthias’ verdere leven
In de bijbel lezen we verder niets meer over de lotgevallen van Matthias. We zijn dus verder aangewezen op mondelinge overlevering en legende. Hij zou het evangelie gepredikt hebben in Judea, Ethiopië en tenslotte ook nog in Macedonië. Ook over zijn levenseinde zijn de bronnen niet eensluidend; de meeste gaan ervan uit dat hij op gewelddadige wijze aan zijn eind is gekomen. Maar ze verschillen soms aanzienlijk over de wijze waarop.